Onderstaande tabel geeft een toelichting op de ontwikkelingen in het meerjarenperspectief.
| Begroting | Meerjarenbegroting | |
|---|
(bedragen x € 1.000) | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
|---|
Ontwikkelingen | 136 | 164 | -86 | -86 | |
|---|
Erfgoedvisie | 1 | -13 | -13 | -13 | |
|---|
In de Erfgoedvisie zijn de financiële consequenties benoemd in het hoofdstuk ‘uitvoeringsstrategie’. De wettelijke taken zijn geborgd binnen de huidige formatie, maar om de impact van de uitvoering te vergroten is extra budget gewenst. Dit is nodig voor het behalen van de in de visie gestelde na te streven doelen. Een gezonde basisuitvoering van de visie (monitoring, actualisatie, advisering) vraagt structureel aanvulling van ambtelijk inzet.
Herijking subsidiebeleid | -50 | -50 | -50 | -50 | |
|---|
In de begroting 2021 is een dekkingsvoorstel opgenomen voor de herijking van de subsidiestromen. In 2021 is er gekeken naar de diverse mogelijkheden om invulling te geven aan deze taakstelling. In totaal is er voor € 15.000 aan bezuinigingen gerealiseerd (voordeel is in thema 'een zorgzame en veilige gemeenten' opgenomen). Het overige bedrag van € 35.000 is zonder fundamentele herijking niet haalbaar. Omdat het college heeft besloten geen onomkeerbare besluiten te nemen en de nieuwe gemeenteraad ruimte wil bieden om eigen keuzes te maken, is besloten deze fundamentele herijking niet uit te voeren en een besluit hierover aan de nieuwe gemeenteraad over te laten.
Maatschappelijke Voorzieningen in de Buurt | 310 | 250 | 0 | 0 | |
|---|
De kapitaallasten die horen bij het investeringskrediet van € 10 miljoen voor Maatschappelijke Voorzieningen in de Buurt (MVidB) zijn vanaf 2022 structureel opgenomen in de begroting. De kapitaallasten worden berekend vanaf het jaar na gereedkoming van de investering zoals bijvoorbeeld een beweegvoorziening. Omdat niet alle investeringen in 2021 (en 2022) gereed zijn, betekent dit ook dat de kapitaallasten niet allemaal nodig zijn in 2022 en 2023. Plannen vanuit MVidB kunnen dus worden uitgevoerd in 2021 en 2022 maar komen in de begroting te staan vanaf 2023.
Onderhoudsbudget recreatieve routestructuren | -75 | -75 | -75 | -75 | |
|---|
In de afgelopen jaren was er slechts incidenteel budget beschikbaar gesteld voor onderhoud. Het is evenwel van belang dat het structurele onderhoud aan de recreatieve routestructuren geborgd moet zijn. Vandaar dat dit structureel wordt opgenomen.
Peuterspeelzalen | -50 | 52 | 52 | 52 | |
|---|
Vanaf 2020 is er een toename te zien van het aantal kinderen dat gebruik maakt van gemeentelijke subsidie voor peuterspeelzaalwerk. Deze stijging is naar verwachting coronagerelateerd. Mocht deze stijging structureel van aard zijn, dan is er voor het jaar 2022 geen budget beschikbaar en daarom wordt er nu incidenteel budget gevraagd voor 2022. Vanaf 2023 zit dit budget al structureel in de begroting.
